Karim zat aan zijn tafel in de klas. Hij had zich over het papier dat erop lag gebogen. Hij staarde naar het antwoord dat hij op de vraag in de natuurtoets had gegeven. Hij moest het uitgummen, want het was fout. Wat hij invulde was altijd fout. Hij pakte zijn gum en wreef over het papier. De resten van het gummen vlogen als rook over zijn tafel. Karim zuchtte en pakte zijn potlood weer vast. Zodra hij begon met schrijven veranderde het potlood voor zijn ogen in een zwaard.
Hij staarde naar het zwaard dat hij in zijn hand had. Karim keek op en zag dat de tafels om hem heen allemaal zweefden. De poten waren verdwenen en de bovenkanten van de tafels hingen in de lucht. De meeste kinderen uit zijn klas werkten gewoon door en leken niks te merken.
Iza en Xander keken hem aan vanaf hun eigen tafeltjes. Zij zagen wel dat er iets mis was. Karim stond op. Het moment dat hij bewoog keek de juf naar hem. Hij schrok. Voor de klas stond niet langer de lieve juf Sofie. Voor de klas stond een dikke groene trol. De kleine zwarte oogjes van het ding stonden op hem gericht.
Hij wilde schreeuwen, maar hij wilde ook de rest van de klas niet storen. Hij besloot zijn mond te houden. Hij voelde het gewicht van het zwaard in zijn hand. Dat kwam goed uit nu er een trol tegenover hem stond. Trollen eten kinderen en Karim wist dat hij hulp moest gaan halen. De groene trol was tussen hem en de deur in gaan staan. Zij gromde. Karim ging rechtop staan en hield zijn zwaard met twee handen in een aanvalspositie vast. Hij slikte een keer en rende met volle overtuiging op het beest af. Karim richtte het zwaard naar de vloer en prikte de trol in haar voet.
De trol schreeuwde en hopte op haar niet gewonde voet bij hem vandaan. Ze viel tegen het bord en ging op de grond zitten. Kermend had ze haar beide klauwen om haar voet geslagen. Karim rende door de deur de gang op. Hij hoorde geluid achter hem en met getrokken zwaard draaide hij om, klaar voor een volgende aanval.
Hij zag Xander en Iza in elkaar gedoken in de deuropening staan. Karim liet zijn zwaard zakken en werd weer rustiger.
‘Wij willen je helpen.’ zei Xander met een klein stemmetje. Iza knikte instemmend en was de eerste die weer rechtop stond. Karim vond het eigenlijk te gevaarlijk voor hen om mee te gaan, maar hij kon ze ook niet terug de klas met de trol insturen. Hij knikte dat het goed was en dat ze met hem mee mochten.
Karim draaide zich weer om en zag dat de hele gang overgroeid was met planten. Het leek wel een regenwoud. Hij liep voor Iza en Xander uit en hakte met zijn zwaard een pad door het groen heen. Halverwege de gang hoorde hij achter zich Xander gillen. Hij stond recht tegenover een slag die om een van de lianen gewikkeld was. Karim wilde helpen, maar Iza was hem voor. Ze pakte de slang behendig achter zijn kop vast en haalde hem van de liaan. Ze zette hem op de grond en hij slidderde weg. Xander keek haar met grote ogen aan.
‘We hebben thuis ook een slang.’ zei Iza en ze haalde haar schouders op. Karim richtte zich weer op het maken van het pad. Het duurde niet meer lang voordat ze aan het einde van de gang waren. Karim trok samen met Xander de planten van de deur af. Zodra de deur vrij was ging hij open.
Ze keken uit op een steppe. Net zo een steppe als die voorkwam in hun natuur toets. Het gras was bruin en hier en daar stond een struik. De zon die hard op de grond scheen liet de lucht boven het gras trillen. Karim, Xander en Iza wisten alle drie wat er moest gebeuren. Ze moeten over de steppe naar de andere kant van het schoolplein. Tegelijk zette ze een stap op het gras. Ze liepen naast elkaar over de steppe. Zodra ze buiten bereik van de deur waren hoorde ze gegrom achter hen.
Karim keek om en hij zag een wolf staan. De wolf keek hem recht aan en likte over zijn snuit. Naast hem verschenen nog twee wolven.
‘Rennen!’ riep Xander en Karim was niet langer bevroren. Samen renden ze achter Iza aan naar de uitgang van het schoolplein. Het leek erop dat ze de wolven voor konden blijven. Ze waren bijna bij de straat.
‘Jullie tijd is om, ik kom de toetsen nu ophalen.’ Karim voelde zicht verward. Voor hem stond juf Sofie. Hij keek om zich heen. De trol was verdwenen en alle tafeltjes hadden weer poten. Xander en Iza zaten ook aan hun eigen tafel en hadden de hele toets ingevuld. Juf Sofie keek bezorgd naar het lege antwoordenblad dat voor Karim lag.