De zware deur gaat krakend open. De verroeste scharnieren piepen en er vallen kleine stukjes geoxideerd ijzer vanaf. De deur lijkt in jaren niet open te zijn geweest. Het is donker op de gang, wel valt er een zwak schijnsel vanuit de ruimte door de steeds groter wordende kier op haar gezicht. Myrre ziet onder haar voeten een schaduw ontstaan. Met haar ogen volgt ze hoe deze steeds langer wordt en zich achter haar uitstrekt naarmate de deur verder open gaat. De deur stopt met bewegen en het gepiep dooft uit. Het is ineens heel stil in de lege gang. Myrre trekt haar ogen los van de schaduw en kijkt de ruimte voor haar in.
Hoe ze precies bij de deur is gekomen weet ze niet meer, maar ze heeft het sterke gevoel dat ze hier moet zijn. Het is alsof de kamer haar geroepen heeft. Ze heeft ontelbaar vaak door deze gangen gelopen, alleen de deur die ze nu open maakt is haar nog niet eerder opgevallen. Ze kijkt voor zich uit en ziet nu waar het zwakke schijnsel vandaan komt. Ze kan haar ogen niet geloven, het is prachtig. Het vertrek valt zeker niet onder de grotere vertrekken van het gebouw, maar is wel de meest indrukwekkende die Myrre tot nu toe gezien heeft. Het is een ronde kamer met een straal van ongeveer anderhalve meter. De ruimte wordt verlicht door honderden licht-gloeiende bollen die aan touwen aan het plafond hangen. Myrre wil naar binnen. Nee, ze moet naar binnen. Iets in de kamer roept haar naar zich toe, alleen ze weet niet wat het is. Ze stapt over de drempel en het moment dat ze haar voet neerzet welt er een wolk stof op. Het grootste gedeelte van het stof gaat vooruit als een golf en komt een stukje verder weer op de vloer neer. Een aantal kleinere vlokjes lanceren de lucht in. Door het blauwe schijnsel lijken de vlokjes stof zelf ook licht te geven zolang ze zweven.
Myrre kijkt naar de bollen boven haar hoofd. Ze hangen allemaal op verschillende hoogtes boven haar en vullen het volledige vertrek. Wel rijen dik hangen ze boven elkaar. Myrre ziet iets raars aan de bollen. Ze schijnen, maar het zijn geen lampen. Ze loopt verder het vertrek in en slaat geen gade op de stofwolken die ze verplaatst. Ze gaat op haar tenen staan en kijkt naar een van de laagst hangende bollen. Wat er achter het glas gebeurt is haar niet helemaal duidelijk. Het blauwe licht is afkomstig van een soort rook die in de bol rondcirkelt en -krult. Zodra ze dichterbij komt wordt de rook onrustiger. Wanneer ze achteruit gaat komt het gas weer een beetje tot rust. Ze brengt haar hoofd nog een paar keer dichterbij en weer verder weg voordat ze de conclusie trekt dat het echt aan haar ligt. De rook wordt onrustig door haar aanwezigheid. Myrre draait zich om naar een andere bol. De rook in deze bol gedraagt zich hetzelfde. Een van de bollen in de ruimte trekt haar aandacht. Hij ziet er precies hetzelfde uit als de rest, maar is toch anders.
Hij hangt vanuit de deur iets naar rechts en ongeveer in het midden van de ruimte. Met langzame behoedzame passen loopt Myrre op de bal af. Ze strekt haar hand uit en ziet hoe de rook steeds onrustiger wordt naarmate haar hand dichterbij komt. De rook wil naar haar hand toe. Heel langzaam raakt ze het glas aan. De bol voelt ijskoud en ze heeft het gevoel dat haar hand vastgeplakt zit. Eerder vastgevroren. De rook beweegt zich kolkend naar haar hand toe en gaat door het glas heen. De rook gaat haar hand in en voelt ongelofelijk koud. Myrre voelt een paniek over haar heenkomen en wil weg, maar ze krijgt haar hand niet los. Een ijskoude stroom gaat door haar arm en verplaatst zich langzaam omhoog. Met alle kracht die ze heeft probeert ze haar hand los te trekken, maar het gaat echt niet. Het ijzige gevoel trekt via haar nek naar haar hoofd. Het moment dat ze de kou in haar hersenen voelt wordt haar zicht zwart en scheiden haar ogen de lichte blauwe gloed van de rook uit.
Myrre staat in een woonkamer. Ze staat in een hoek en kijkt naar mensen die aan een tafel zitten. Het is een tafel uit de jaren tachtig en heel de woonkamer lijkt uit die tijd te komen. Het duurt even voordat ze beseft waar ze is. Heel langzaam kan ze meer en meer details van de kamer onderscheiden. Ze voelt een kwartje vallen in haar hoofd en herinnert zich ineens het interieur van de kamer van foto’s. Ze staat bij haar oom en tante in de woonkamer. Ze kan zich alleen niet herinneren hoe ze hier is gekomen. Haar oom en tante zitten aan de tafel die bedekt is met een veel te druk tafelkleed. Ze zien er een stuk jonger uit dan ze nu zijn. Ze praten en hun stemmen vormen klanken, maar de woorden kan Myrre niet onderscheiden. Het beeld van de kamer wordt steeds duidelijker en ze dwingt zichzelf tot concentratie. Zodra ze zich focust worden de geluiden om haar heen duidelijker kan ze woorden onderscheiden.
‘Dat gaat niet, het is een schande’ hoort ze haar oom zeggen. Myrre kijkt tegen wie hij het heeft en concentreert zich nu ook op haar zicht. De kamer wordt volledig helder en tegenover haar oom en tante zit haar nicht aan de tafel, ook zij is ook veel jonger dan nu. Hoogstens een jaar of zeventien. Naast haar zit een jongen van ongeveer dezelfde leeftijd die Myrre nog nooit gezien heeft.
‘Denk aan je toekomst liefje’ hoort ze haar tante zeggen. Haar nicht wil iets zeggen, maar haar oom onderbreekt. ‘We hebben dit al besproken. het gaat naar mijn zus en dat is dat.’ Hij is even stil en kijkt naar zijn dochter. Zij wil iets zeggen, maar Myrres oom is sneller. ‘Geen discussie, we houden het kindje in de familie en jij gaat gewoon studeren. Lize en Theo lukt het zelf niet, dus krijgen ze dit kindje. Het is Gods wil.’ sluit haar oom af. Myrres hoofd tolt. Lize is haar moeder en Theo haar vader. Toch? Ze begint aan zichzelf te twijfelen en raakt haar concentratie op het gesprek kwijt.
Eerst dempen de geluiden om haar heen en daarna vervagen ook de beelden. De stilte die ontstaat wordt gevuld door een intense kou in haar hoofd. Haar zicht valt weg en ze voelt de kou in haar hoofd wegtrekken richting haar hand. Zodra ze haar ogen opent ziet ze de laatste restjes rook terug de bol in verdwijnen en ze trekt haar hand los. Ze staat weer in het lichtblauwe schijnsel van de honderden bollen in de kamer. Het schouwspel maakt geen indruk meer op haar. Haar hoofd tolt met alle informatie die ze net had gekregen. Was het waar wat ze had gezien? Wat moet ze met deze informatie?