De laatste vakantiedag

Foto door: Phan Minh Cuong

‘Het kampvuur knisperde, precies zoals dat het nu doet.’ Gio keek de cirkel van, door het vuur verlichtte, zenuwachtige gezichtjes rond. ‘Eigenlijk leek die nacht best wel veel op deze nacht nu.’ Hij wist hoe hij de spanning op moest bouwen, hij deed het elk jaar. De jongere kinderen die hij dit jaar in de groep had waren veel gemakkelijker zenuwachtig te krijgen dan de hogere groepen waar hij eerst leider van was. ‘Een groep kinderen zat rond het kampvuur’, ging hij verder. Gio keek éen van de kinderen recht aan. Het gezicht van het jongetje gloeide van de warmte van het vuur.

Het kwam goed uit dat dit een van de koudste nachten van afgelopen maand was. Zodra het verhaal af was en de kinderen terug naar hun tenten moesten, zouden ze een koude muur tegen komen. Wanneer ze zich omdraaiden zou de adrenalinespiegel in die kleine lijfjes nog verder omhoogschieten door de kou. Adrenaline maakt het vlees malser, daar zouden ze hem nog lang dankbaar voor zijn. Dit plan had hem jaren gekost, maar vannacht zou hij opklimmen. Vannacht was zijn nacht. Hij voelde een van zijn mondhoeken opkrullen. Gio zag het jongetje dat hem nog steeds aankeek in elkaar krimpen. Snel sloot Gio zijn mond en voelde met zijn tong over zijn tanden. De hoeken staken uit. Hij moest zijn enthousiasme zien in te perken, anders was alle voorbereiding voor niks geweest.

‘Was er een volle maan?’, vroeg een van de koplopers uit de groep. Het meisje haalde al de hele maand het bloed onder zijn nagels vandaan, maar met het vooruitzicht op vanavond had hij haar uit kunnen staan. ‘Nee’, zei Gio kortaf. ‘Er is niet altijd een volle maan als er iets gebeurd, vaker niet dan wel.’ Aan de steeds banger wordende gezichtjes zag hij dat hij de avond nog steeds onder controle had. ‘Er was ook geen gekraak te horen, zoals in al die verzonnen verhaaltjes.’ Gio haalde zijn tong nog een keer over zijn tanden en merkte dat het veilig was om zijn mond open te doen. Hij liet de kinderen zijn meest sinistere glimlach zien. Hij zag het irritante meisje nu ook terugdeinzen. Hij had ze, zelfs de alfa. Zijn eigen alfa zou trots zijn vanavond.

‘Ja’, ging hij verder. ‘In die verzonnen verhalen zijn er altijd geluiden of geuren die aangeven dat er iets gaat gebeuren. In het echt is dat vaak niet zo.’ Hij kon ze al wel horen. Hij hoorde de onrustige hartslagen en de ademhalingen vol afwachting en enthousiasme. Ze moesten wachten. Ze zouden wachten. ‘In het echte leven komt het meeste onverwacht. Dan slaan de dingen in het donker toe zonder waarschuwing.’ Gio zag een paar kinderen achterom het bos in kijken. Hij zag de ogen van een van de anderen uit zijn roedel glimmen in het licht van de vlammen. Een meisje zag het ook en richtte haar blik weer snel voor zich. Gio voelde zijn hoektanden prikken in zijn onderlip. Hij slikte zijn overtollig aangemaakte speeksel weg en wist dat hij op moest schieten.

‘De gebeurtenis waar ik jullie over wil vertellen speelde zich af op een zomerkamp zoals dit.’ De aandacht van de meeste kinderen was weer op hem gericht. ‘Het verhaal is niet bedoeld om jullie bang te maken. Ik vertel het alleen maar als waarschuwing.’ Oudere groepen geloofde dat niet, maar deze jonge kinderen wel. Dat zag hij aan de steeds witter wordende gezichtjes. Hij kreeg zijn hoektanden niet meer ingetrokken en merkte dat hij vaker moest slikken. De dampige geur van zijn roedel werd steeds prominenter en liet zijn eigen enthousiasme en honger toenemen. Hij moest zijn verhaal afmaken.

‘Ik wil jullie gewoon waarschuwen voor alles wat er rondzwerft nadat de zon onder is gegaan. Dit is jullie laatste avond hier.’ Gio moest zijn best doen om niet om zijn eigen woordspeling te lachen. Hij hoorde een spottende grom uit het bos komen. Gio hoopte dat het alleen zijn overgevoelige oren bereikt had, maar hij zag verschillende kinderen verschrikt omkijken.

‘Ik vind er niks aan’, zei de alfa van het groepje kinderen waar hij al een maand voor zorgde. Hij hoorde de vibratie in haar stem en haar verhoogde hartslag, ze was bang. Ze ging zichzelf niet laten kennen tegenover de anderen, maar ze was bang. Dit was dan wel haar eerste zomerkamp, maar ze zou vannacht nooit meer vergeten. Nouja, voor de rest van haar leven dan. Gio lachte en vergat dat zijn hoektanden zichtbaar waren. Het meisje keek hem gelukkig niet aan. Ze was opgestaan en had zich van het vuur weggedraaid, richting de tenten. Gio hoorde de vragende grom uit haar buurt komen. Hij knikte.

Vanuit de schaduwen van het bos stapte een enorme gestalte het licht in. Het gezicht van de man was verwrongen tot een snuit en de gele ogen reflecteerde het licht van het vuur. Hij opende zijn bek met een diepe grom en de enorme hoektanden blonken tegen het donker van het bos. De wolf ving Gios blik en had een tevreden uitdrukking. De kinderen zaten verstijfd op hun plek. Pas toen er steeds meer soortgelijke gedaanten opdoken uit de schaduwen van het bos sloeg de paniek toe. Het eerste rennende kind was de trigger voor de eerste uitschietende klauw. Meer klauwen en klappende kaken volgden. Gio was er, hij had het geregeld. Drie jaar was hij bezig geweest met dit plan en alles was gelopen zoals het moest. Het was de avond van zijn leven. In elk geval de avond met de meeste gevolgen.

Laat een reactie achter