Die is van mij

Foto door: Lauren Heaton

Jen hoorde de rustgevende geluiden van de hei om haar heen. Ze wandelde hier nu ongeveer om de dag. Het was warm geweest vandaag, maar nu koelde het snel af. Ze was dankbaar voor het nieuwe jack dat ze op het laatste moment nog aan had getrokken. Op haar fiets was het een klein halfuurtje van haar studentenkamer naar het begin van dit wandelpad. Het huis waar ze woonde deelde ze met vier anderen. Er waren vijf slaapkamers, dus in goede studenten orde was het helemaal volgestopt. Jen haatte het. Ze kon haar rust niet vinden daar. De hei was haar uitvlucht.

Ze had er vaak over nagedacht om te verhuizen, maar ze kon nergens anders heen. Ze was al lang blij dat ze een kamer gevonden had. Ze had weken gezocht en de tijd drong. Het studiejaar zou beginnen. Ze was net op tijd geweest. Een week voor haar eerste les had ze de sleutel gekregen. Sinds twee weken had ze nu haar uitvlucht op de hei gevonden. Vaak wandelde ze een kilometer of 10 voordat ze weer terug fietste. Wanneer ze iets voor school moest lezen nam ze haar tablet mee en zocht ze halverwege een bankje op. Door de weeks was het heel rustig in het gebied, dan had ze bijna heel de hei voor haar alleen. Ze vond het geweldig om nooit iemand tegen te komen.  

Ze hoorde een tak kraken achter zich. Jen schrok ervan en stond even stil. Voorzichtig keek ze om. Ze zag een meisje staan van een paar jaar jonger dan zij en voelde dat haar lichaam ontspande. Het meisje had verknipt blond haar tot op haar schouders. Ze stond op een vreemde manier rechtop, maar toch bogen haar schouders naar voren. Ze hield haar hoofd een beetje schuin en keek Jen recht aan. Ze was volledig in het zwart gekleed. Ze droeg een lange broek met overal zakken en een zwart T-shirt. Het zag eruit alsof ze het al heel lang had. Jens onderbuik gevoel schreeuwde tegen haar dat ze geen contact moest maken. Dat er iets niet klopte. Ze nam het meisje nog een keer in haar op en zag geen bedreiging. Ze besloot haar gevoel te negeren.

Jen lachte naar haar en ze leek ervan te schrikken. Het meisje lachte niet terug, maar liep wel op haar af. Haar lopen was een heel stuk soepeler dan Jen verwacht had. Ze leek wel te zweven en maakte geen geluid op de dode takken en bladeren waar ze overheen liep. Het meisje had haar blik strak op Jens schouder gericht. Ze moest iets zeggen, ze moest dit rare moment doorbreken.

‘Hoi.’ Is waar Jen op uitkwam. Het meisje knikte en glimlachte moeizaam met haar mond dicht. ‘Ik ben Kim.’ Zei Jen. Ze wist dat ze iets moest verzinnen. Haar fantasie was eindeloos en ze verzon graag dingen over een leven dat ze niet had. Ze deed het altijd voor de lol, maar nu had ze het gevoel dat het moest. Dit rare kind mocht niks over haar echte leven weten. Jen liep verder en het meisje liep met haar mee. Ze liep met Jen mee en keek naar haar. Niet naar haar gezicht, maar naar haar jack.

‘Wat is het mooi weer, vind je niet?’ zei Jen. Haar onverwachte gezelschap zei niks en liep geruisloos met haar mee. Jen bedacht waar ze het over kon hebben.

‘Af en toe ga ik hier wandelen. Dan moet ik er echt even uit. Heb jij dat ook?’ vroeg ze. Nog steeds geen antwoord. Het meisje liet haar ogen even van Jens schouder naar haar ogen glijden. Ze had fletse grijze ogen, maar er kolkte iets onder. Er zat iets in haar ogen dat Jen nog nooit eerder gezien had. Ze maakte haar ogen los van haar gezelschap en keek naar het pad dat zich voor hen uitstrekte. De zon was al onder, maar het zou pas over een uur echt donker worden. Ze redde het precies naar haar fiets in die tijd.

‘Soms is het gewoon een beetje veel, weetje. Met vier kinderen thuis en een man die bijna altijd weg is.’ Ze keek naar het gezicht naast haar in de hoop op een reactie. Er kwam totaal niks, het enige wat ze deed was staren naar haar jack. Jen versnelde bijna onzichtbaar haar pas. Elke keer een beetje, maar ook dat leek ze niet te merken. Ze versnelde zonder moeite ook haar pas en bleef staren naar het zwart leren jack dat Jen net nieuw had. Jen deed haar best om nog meer dingen te verzinnen over het leven dat ze voorhield aan dit meisje. Ze had de drang om zich zo zielig mogelijk op te stellen. Dan maakte ze de meeste kans. Kans op wat? Ze corrigeerde haar gedachten, er kwam geen bedreiging vanuit dit kind. Verder was er ook niemand om hen heen, dus daar zat ook geen bedreiging. Jen keek voor zich uit en deed haar mond open om iets over haar niet bestaande kind te zeggen.

Ze voelde dat het meisje bewoog en voor haar ging staan. Voor ze kon reageren voelde ze een enorm gespierde hand op haar keel. Haar gezelschap liet haar tanden zien en Jen voelde dat haar hart stopte. Ze keek in een bijna legen mond. Het enige wat glinsterde in het weinige licht waren twee vlijmscherpe hoektanden. Ze voelde een enorme druk op haar keel en alles om haar heen verdween.     

Laat een reactie achter