Meike parkeerde haar auto in de straat. Ze zette haar navigatiesysteem uit en borg het op in haar dashboard kastje. Ze voelde een sprankel aan zenuwen in haar onderbuik opkomen. Dat had ze altijd als ze naar een nieuw adres moest. Het adres was er al een tijdje, alleen zij was er nog nooit geweest. Ze keek in het notitieboekje op de passagiersstoel. Ze was altijd al slecht met nummers geweest en had nog steeds de drang om huisnummers meerdere keren te checken. ‘Nummer 17’ zei ze tegen zichzelf in een poging het nu wel te onthouden.
Meike stapte uit haar auto. Op het laatste moment besloot ze om het notitieboekje toch mee te nemen. Ze hing over haar stoel heen en kon er net bij. Gelukkig was haar Ford Ka niet zo groot. Ze sloot haar auto af en liep naar nummer 17. Ze had bijna voor de deur van het huis kunnen parkeren. Dat zag ze niet vaak en was dankbaar voor haar vreemde werktijden. Ze liep het tuinpad op naar de voordeur. De voortuin was volledig overgroeid. Het was een vochtige ochtend en Meike moest opletten dat ze niet op een slak ging staan. Voordat ze aanbelde keek ze nog een laatste keer in haar notitieboekje. Het was nog steeds nummer 17. Ze checkte haar telefoon voor de tijd en noteerde 11:34 in haar notitieboekje. Ze werd per uur betaald en dat moest wel eerlijk gaan. Ze haalde nog een keer diep adem en drukte op de bel. Ze hoorde een elektronisch geluid door het huis schallen.
Meike stond voor de deur van meneer Verveer. Twee dagen geleden had ze zijn zoon James aan de lijn gehad. Hij was bij haar terecht gekomen via haar website. James had helemaal vanuit Schotland gebeld. James woonde al bijna tien jaar in Schotland nadat het hoofdkantoor van zijn werkgever daar naartoe verhuisde. Zijn moeder was vijf jaar geleden overleden en zijn vader woonde nog in Nederland. Door alle maatregelen en lockdowns was James al bijna twee jaar niet bij zijn vader geweest. Een buurman van zijn vader had hem geleerd hoe hij facetime kon gebruiken op de nieuwe telefoon die James naar hem opgestuurd had. James vertelde dat hij best wel geschrokken was van het beeld dat hij zag. Zijn vader had de verkeerde camera aan staan en had een video van zijn woonkamer gemaakt.
Hoe James de staat van de woonkamer omschreef had Meike echt gelukkig gemaakt. Ze was huishoudster en specialiseerde zich in de ergste gevallen. James had haar verteld dat er geen stukje tafel meer vrij was en dat ook de vloei bezaaid was met dingen die hij niet kon onderscheiden. Meike had zin in deze klus, ze wilde vooral zien hoe de keuken eruit zag. James gaf haar alle tijd die ze nodig had. Hij wilde zijn vader helpen en kon dat vanuit de andere kant van de Noordzee niet fysiek doen.
Meike hoorde gerommel achter de deur en het slot omgedraaid worden. Een kleine gezette man met een terugtrekkende haarlijn en een pyjama vol vlekken stond in de deuropening. Meike zette haar “ik ben nu bij een klant” glimlach op en dreunde haar voorstel riedeltje op. ‘Goedemorgen meneer Verveer. Ik ben Meike van schoon huis, schoon hoofd en ik kom bij u schoonmaken vandaag.’ De man tegenover haar gromde en liep terug zijn huis in. Het was een minder warm welkom dan ze verwacht had. Ze stapte de stoffige gang in en de vertrouwde geur van een vies huis kwam haar tegemoet. Ze voelde weer een spanning in haar onderbuik, maar deze was goed. Ze had echt enorm veel zin in dit huis.
Ze liep de woonkamer in en wist niet wat ze zag. Alle oppervlakken lagen bezaaid met verpakkingen van fastfood en kant-en-klaar maaltijden. De grond zat vol met vlekken en in de hoeken die ze kon zien hadden grote plukken stof zich opgestapeld. Verveer zat op een smerige, doorgezakte stoffen stoel voor de tv. Hij keek naar een herhaling van het nieuws. Achter hem stond een grote kerstboom. Hij was volledig gedecoreerd met slingers, ballen en een piek. Hij zag er prachtig uit. Op het feit na dat hij al heel lang dood was en de naalden, waarvan de meeste op de grond lagen, helemaal bruin waren.
‘Je hebt je kerstboom nog staan.’ zei Meike en schrok van het feit dat ze de woorden hardop uitsprak. Ze wilde haar cliënt niet beledigen. De man leek de opmerking niet erg te vinden. ‘Die heeft James voor mij opgezet.’ zei hij ongeïnteresseerd. Meike besefte dat het ruim anderhalf jaar geleden was dat de kerstboom opgezet was. Ze keek nog een keer goed rond en besloot met de dode boom te beginnen.