Strooien

Foto via Pexels door: Ekamelev

Jenn opende de deur van het appartementencomplex. Ze wist dat het sneeuwde, maar de witte laag was een stuk dikker dan ze verwacht had. Ze had het laatste uur niet naar buiten gekeken en er was zeker een aantal centimeter bijgevallen in die tijd. Ze glimlachte wanneer ze aan de reden dacht dat ze niet naar buiten had gekeken. Ondanks het late tijdstip was het niet heel donker op de parkeerplaats. De straatverlichting reflecteerde op de verse sneeuw. Op een reeks aan pootafdrukken van een kat na was het tapijt van wit onaangeroerd. Ze had niet anders verwacht op dit tijdstip op een doordeweekse dag. De zware felgele deur viel achter haar in het slot.

Ze keek om zich heen, niemand had de moeite genomen om de sneeuw van de stoep af te halen. Ze gaf de bewoners van de huizen om haar heen groot gelijk. Zodra het licht werd zou de sneeuw toch als, nouja, sneeuw voor de zon verdwijnen. Het bleef nooit lang liggen, zeker niet omdat het nog bijna niet vroor. Jenn zag haar toch al witte auto bedekt onder een deken van witter wit staan. Ze liep ernaar toe. De echo van haar voetstappen werd geabsorbeerd door de bevroren regen. Het gaf haar een geestachtige verschijning. Eerder kalmerend dan eng. Met de kleine trekker die ze in haar handschoenenkastje bewaarde veegde ze de sneeuw van haar auto. Door het intense wit van de sneeuw viel het nog erger op dat ze haar auto nodig moest wassen. De kleur van haar auto leek bijna grijs tegen het hagelwit dat ze wegveegde.

Jenn stapte in haar auto. Voordat ze zich helemaal in haar stoel nestelde controleerde ze de achterbank, meer uit gewoonte dan uit angst. Haar handen waren koud geworden door het verplaatsen van de sneeuw en met moeite stak ze de sleutel in het contact. Ze keek nog een laatste keer op naar het appartement waar ze zonet uit was komen rollen terwijl de auto soepel tot leven kwam. Elke keer probeerde ze zichzelf wijs te maken dat het haar laatste bezoek was, maar ze wist dat ze over een tijdje weer voor de gele deur zou staan. Ze glimlachte door de warme herinneringen en zag hoe het automatische licht in het trappengat doofde.

‘Slaap lekker’, fluisterde ze tegen de ruimte om haar heen. Ze liet de auto de parkeerplaats afrollen en stuurde de weg op. De wegen waren vrij van sneeuw. Typisch Nederlands dit, dacht ze. Een of andere weerman zegt dat er een code oranje is, alle straten worden bestrooid met zout en iedereen blijft binnen. Uiteindelijk valt er een paar centimeter sneeuw dat de volgende ochtend weer weg is. Haar ruitenwissers verwijderden de laatste restjes sneeuw van haar voorruit. Jenn zette de verwarming hoger en de radio iets harder.

Ze reed door de verlaten wijk van het dorp tot ze bij de snelweg kwam. Die was ook haast verlaten. Haar motor was warmgedraaid en de temperatuur in de auto werd aangenaam. Met de warmte in de auto kwamen ook de herinneringen aan haar avond weer terug.

Ze voelde de zachte armen van haar geliefde weer om haar heen. Hoe haar blonde haren in Jenns gezicht hadden gekieteld en hoe Mandy’s koude handen haar overal gestreeld hadden. Overal. Jenn had de geur van haar meisje nog in haar haren hangen. De geur van haar zweet, van haar shampoo. De geur van haar. Terwijl ze over de lege snelweg reed voelde ze de plekken waar Mandy’s lippen haar gekust hadden. Hoe ze haar verkend had alsof ze helemaal nieuw was. Net als de vorige keer. En de keer daarvoor. Net zoals ze de volgende keer ook weer zou doen. Haar onzekerheid sierde haar. Het deed Jenns hart smelten hoe vaak haar geliefde zich verontschuldigde voor dingen waarvoor dat helemaal niet hoefde. Ze hield van haar. In elk geval van de avonden die ze samen doorbrachten.

Jenn schoof een baan op naar links om een strooiwagen in te halen. Terwijl ze er voorbij reed ving haar auto een lading zout. Nu moest ze hem al helemaal wassen, want dat zout kon uitslaan. Ze passeerde de strooiwagen en stuurde weer naar rechts. De lichten van de wagen verblindde haar via haar binnenspiegel. Ze klapte de spiegel omhoog om de weg voor zich weer scherp te krijgen. Ze zag haar eigen ogen, de oude man op de achterbank en het dak van de auto. Jenn voelde dat haar hart een slag oversloeg. Zodra ze ver genoeg op de wagen vooruit was klapte ze haar spiegel terug.

Ze wist dat haar hoofd haar voor de gek hield, maar toch wilde ze het controleren. Met een trillende hand klapte ze haar binnenspiegel weer terug. Ze keek kort naar de weg die voor haar lag. De snelweg was nog steeds donker en verlaten. Zodra ze de man aankeek zakte haar angst.

Hij glimlachte vriendelijk. ‘Hopelijk heb ik je niet te erg laten schrikken’, zei hij. Zijn mond was stil en zijn stem klonk in haar hoofd. ‘Maak je geen zorgen’, ging de stem verder. Jenn wilde iets zeggen en opende haar mond, maar ze kon de woorden niet vinden. Ze voelde de drang om naar de weg voor haar te kijken. Precies op tijd om bij te kunnen sturen en de auto in haar eigen baan te houden.

‘Je hoeft niks te zeggen’, zei de man en Jenn wist wie hij was. Het was net of hij het naar haar instraalde. Het was Mandy’s opa. In elk geval het evenbeeld van hem. ‘Nee, Mandy heeft me nooit gekend’, ging hij verder. ‘Ik ben al best een tijdje dood.’ Jenn wist dat deze man, als het al een man was, over Mandy waakte. ‘Dat is alleen niet waarom ik hier ben, in jouw auto.’ Jenn keek achterom. Ze zag dat de gedaante een beetje doorzichtig was. ‘Ik wilde je iets vragen.’ Ze had geen idee wat voor soort vraag ze kon verwachten.

‘Hoe voel je je na vanavond?’ De vraag kwam binnen als een mokerslag. ‘Neem vooral de tijd’, zei de man. ‘Maar wees wel eerlijk tegen jezelf.’ Zo plotseling als hij kwam, was hij ook weer weg. Jenn voelde hoe zijn aanwezigheid dempte in de auto. Ze had net op tijd haar aandacht er weer bij om de juiste afslag naar huis te nemen. Ze voelde zich niet meer gelukkig en gevuld met liefde zodra ze haar auto voor de deur parkeerde. Ze pakte haar telefoon en zag dat ze nu al een berichtje van Mandy had.

“Laat even weten wanneer je thuis bent. Ik mis je nu al. Mijn bed voelt leeg. Kus” Ze had alles in hetzelfde berichte getypt. Jenn opende de profielfoto waar Mandy en haar partner zielsgelukkig in de camera keken. Jenn voelde zich schuldig. Ze maakte de relatie langzaamaan kapot. Terwijl de eerste tranen begonnen te vallen zette ze de chat met Mandy op stil. Ze liet de blauwe vinkjes staan. Ze kon dit niet meer. Het sloopte haar.

Laat een reactie achter