Vee

Foto door Yigithan Bal

Trigger warning: moord

‘Werner.’ Hij hoorde dat zijn naam werd geroepen. Hij herkende de stem en keek in de richting van de farm sheriff. Hij knikte met zijn hoofd als teken dat hij oplette. ‘Some trouble at the west fence. Go check it out boy.’ Zei zijn supervisor tegen hem. Werner knikte weer en draaide zich om. Hij passeerde een van zijn collega’s die een vol automatisch geweer om zijn schouder had hangen. De door de zon gebruinde man knikte naar hem en Werner knikte terug.
Ze hadden hem ook zo een wapen aangeboden, maar dat had hij geweigerd. Het was hier in Texas vrij normaal om een geweer bij je te dragen. Werner had een handpistool bij, maar dat was voor zijn eigen veiligheid. Hij had het niet gebruikt, nog niet. Veel van zijn collega’s schoten met regelmaat in de lucht om het vee angst aan te jagen, maar dat deed hij niet. Door dat soort dingen te weigeren klampte hij zich vast aan het laatste restje menselijkheid dat hij had. Hij stapte onder het afdak uit waar hij gestaan had en de brandende zon in.
Werner trok zijn pet verder op zijn hoofd. Hij keek de vlakte over, die was leeg. Dat was niet zo gek midden op de dag in de brandende zon. Het meeste vee zocht de schaduw op onder de overkappingen die hier en daar verspreid stonden. De zon brandde door zijn shirt heen op zijn schouders. Hij voelde zijn zweet zijn shirt doorweken. Het handpistool in zijn broekriem voelde koud tegen zijn onderrug. Hij zag dat de lucht net boven de grond zich vervormde door de hitte. In de verte hoorde hij het geluid van een vogel. Waarschijnlijk een aaseter. Werner wist nooit wat hij kon verwachten als er “trouble” was. Hij bereidde zich alvast voor op bloed.

Toen hij twee maanden geleden op het vliegtuig stapte voor zijn stage in Texas had hij niet verwacht dat hij hier terecht zou komen. Hij was met goede moed voor 6 maanden vertrokken om als stagiair mee te lopen op een paardenfokkerij. Zodra hij bij de fokkerij aan kwam kreeg hij te horen dat zijn plek opgevuld was door iemand anders. De eigenaar van de fokkerij had van zijn opleiding begrepen dat hij niet zou komen. Zijn droom stage was dus aan zijn neus voorbij gegaan. De eigenaar had wel een vriend die ook een boerderij had en een stage plek. Werner wilde nog niet terug naar Nederland, dus had hij de nieuwe plek zonder twijfel aangenomen. De eigenaar van de paardenfokkerij had hem verzekerd dat hij alles met Werners opleiding zou regelen. Er waren zelfs al eerder stagiaires door zijn vriend opgenomen. Dat was nu twee maanden geleden en Werner wist zeker dat zijn school niet eerlijk verteld was waar hij nu stage liep. Hij wist ook bijna zeker dat hij niet meer van deze boerderij af kwam, zeker niet na alles wat hij gezien had.

Werner slofte door het droge, hete zand naar de westkant van de boerderij. De afscheiding kwam al snel in beeld en hij zag een gevecht. Hij riep om het gevecht te laten stoppen, maar het had geen nut. Ze verstonden hem niet en waren te druk met elkaar bezig. Hij was op minder dan vijf meter afstand toen ze hem zagen. De twee stoven blind uit elkaar in angst voor hem. Hij haatte dat, hij wilde niet dat ze bang voor hem waren. Ze hadden net zoveel recht op leven als hij. De een rende struikelend langs hem heen. Hij dacht bloed te zien maar lette er niet op. De ander rende van hem weg richting het hek. Werner riep naar haar om op te passen voor de afscheiding, maar ze struikelde. Ze viel tegen het hek aan en vonken sprongen van de afscheiding. Een knetterend en sissend geluid maakte Werner misselijk. Hij sloot zijn ogen en ademde diep in en uit. Hij rook verbrand vlees en deed voorzichtig zijn ogen weer open, bang voor wat hij ging zien.
De vrouw leefde nog. Ze kreunde en bewoog spastisch over de hete aarde. Ze schokte nog een paar keer voordat ze stil lag. Werner zag haar moeizaam ademen. Behoedzaam liep hij op haar af. Ze was knap en niet veel ouder dan hij. Haar bruine krullen lagen warrig om haar hoofd en haar lichte huid was rood van de felle zon. Op haar nek en de zijkant van haar gezicht zaten diepe derdegraads brandwonden. De vrouw mompelde iets wat hij niet kon verstaan, het was te zacht. Werners aanwezigheid wierp een schaduw over haar en ze opende haar ogen. IJsblauwe ogen keken hem angstig aan. Ze zei wat onverstaanbare woorden in het Duits, de schok had haar zenuwstelsel geraakt. Ze was een toerist. Dat zijn ze allemaal, dacht Werner. Nouja, waren ze allemaal. Nu niet meer, nu zijn ze vee. Werner wist dat zij niet meer te redden was. Met de juiste medische zorg misschien nog wel, maar die hadden ze hier niet. Dat had de organisatie niet over voor het vee. Met een trillende hand haalde Werner het koude handpistool uit zijn broekriem. Hij haalde de beveiliging eraf richtte de loop op de vrouw voor hem. Ze probeerde achteruit te krabbelen, maar haar ledematen reageerde niet meer op haar hersenen zoals voorheen. Werner wist wat hij moest doen, hij zou de vrouw uit haar lijden verlossen, hield hij zichzelf voor. Als ze geen verwondingen had gehad zou hij haar ook een plezier hebben gedaan met de dood. Hij wist ook dat het zij of hij was, hij had geen keuze. Hij probeerde langs de vrouw heen te kijken en zijn geweer te richten op hetzelfde moment. Werner haalde adem, stabiliseerde zijn hand en haalde de trekker over. De knal echode na over de enorme open vlakte om hem heen.

Laat een reactie achter