Karin had geen twijfels gehad over de maat van haar rugzak, maar nu ze onder haar stoel voelde werd ze wel een beetje zenuwachtig. Er zat een stang onder haar stoel waar ze geen rekening me gehouden had. Onhandig propte ze haar waterproof rugzak tussen de stang en haar stoel door. Ze was een van de eerste die in het vliegtuig zat. Een aantal treinen hadden vertraging opgelopen en daardoor was een groot deel van de passagiers te laat op Schiphol. Blijkbaar wachtte een vliegtuig op zijn passagiers. Ze nam zich voor dat ze de volgende keer wanneer ze met het vliegtuig ging minder haast zou maken.
Ze ging een paar keer verzitten in haar stoel. Het zat niet erg lekker, maar het was een korte vlucht. Dus ze kon het wel hebben. Karins stoel was aan het gangpad. De twee stoelen naast haar waren nog vrij. Stiekem hoopte ze dat de mensen die er zouden moeten zitten zo veel te laat waren dat ze hun vlucht zouden missen. Ze kon dan alle ruimte kunnen gebruiken die ze eigenlijk nodig had. Het was jaren geleden dat ze gevlogen had en niet eerder alleen. Ze had ook nooit geluk gehad met de passagiers die naast haar zaten. Zelfs als ze niet alleen vloog had ze een huilende baby of een zweterige man die eigenlijk twee stoelen nodig had naast haar.
Er kwam een groep jongens het vliegtuig in. Ze riepen naar elkaar en hadden zichtbaar zin in de reis. Een feestreis zou het worden. Dat paste ook wel bij de bestemming van het vliegtuig. Karin zat ongeveer in het midden van het vliegtuig en wendde haar blik af van de jongens. “Loop door, loop door, loop door”, zei ze in haar hoofd tegen de groep. ‘Hé, dit is onze rij’, hoorde Karin een van de jongens zeggen. Zijn stem was dicht bij haar stoel. Ze keek op naar de jongen die zijn rij gevonden had. Hij hoefde gelukkig niet bij haar in de rij, maar nam plaats in de rij achter haar. De rest van de groep nam achter hem en in de rij naast haar plaats. “Nou, lekker dan”, dacht Karin. De jongen die naast haar zat pakte een boek uit zijn tas en hield het op schoot. Haar hart maakte een sprongetje. Misschien was het toch niet zo erg, hij was ook best knap. Karin keek naar het boek op haar eigen schoot. Ze had het open geslagen, maar nog niet veel gelezen. Eerder wel, maar nog niet in het vliegtuig. Het ging over de rassenscheiding en de homofobie tijdens de jaren 70 in de Verenigde Staten. Ze hield van het boek en van de schrijfstijl.
Karin keek weer naar de jongen. Hij praatte met iemand anders van de groep. Doordat hij zijn lichaam naar achter gedraaid had kon ze de kaft van zijn boek zien. De biografie van Gillis. Misschien had ze er te veel vooroordelen over, maar ze was direct haar interesse kwijt. Ze zette haar koptelefoon op en probeerde zich te concentreren op de letters van haar boek. Ze werd op haar schouder getikt door een van de jongens uit de groep. Hij zat direct achter haar. Ze keek hem aan. ‘Zou je misschien je tas onder de stoel voor je kunnen leggen?’, vroeg hij. Hij had een halve glimlach waaruit Karin opmaakte dat hij haar dom vond. Ze knikte en trok met moeite haar tas tussen de metalen staaf en de stoel door. De stoel voor haar had de staaf ook aan de voorkant zitten. Ze snapte haar fout en voelde zich nu ook dom. De jongen mompelde nog een bedankje, maar zij had haar koptelefoon alweer op.
Ze keek op zodra ze ogen op zich voelde branden. Naast haar stoel stonden een man en een vrouw. De man keek naar de lege stoelen in haar rij en de vrouw keek haar boos aan. Karin maakte een van haar oren vrij van de koptelefoon en keek naar de vrouw. Ze zei niks en bleef staren. ‘Zijn dit uw stoelen?’ vroeg Karin toen de stilte haar te veel werd. De man knikte en de vrouw mompelde: ‘ja natuurlijk, dat is toch niet zo moeilijk.’ Zodra Karin stond zag ze dat haar buren de laatste passagiers waren die nog niet op hun plek zaten. Ze klommen met moeite in hun stoelen met krappe beenruimte. Een van de stewardessen liep met snelle pas op Karin af en vroeg of ze kon gaan zitten. Karin gebaarde naar haar buren die nog steeds niet op hun plek zaten. De vluchtmaatschappij medewerkster bleef naast haar staan tot ze zat. Karin zag op tegen de vlucht.
Ze had haar koptelefoon met de muziek van Maroon V nog steeds op een oor. Ze hoorde de vrouw bij het raam mopperen op de stoelen en de wankelheid van het tafeltje voor haar. Karin voelde hoe haar irritatie level steeg. Ze had zich voorgenomen om rustig te blijven deze vakantie, maar het lukte nu al niet meer helemaal. ‘Tja, je vliegt budget hè’, zei ze en wist direct dat ze de rest van de vlucht verpest had. Ze keek de vrouw niet aan en zette haar koptelefoon weer op. Karin opende haar boek en probeerde zich te concentreren. Ze blokte iedereen om zich heen en voelde hoe ze weer iets rustiger werd. De vlucht verliep vrij rustig.
Buiten dat de groep jongens per persoon drie wijn bestelden voor het uur dat ze in de lucht waren en steeds harder naar elkaar gingen roepen kwam Karin een heel stuk verder in haar boek. Bij het dalen door het wolkendek heen had het vliegtuig lichte turbulentie. Ze was nooit bang geweest om te vliegen en wist ook dat turbulentie geen kwaad kon. Toch was ze zenuwachtig. Ze merkte dat ze de energie van de man naast haar oppakte. Karin keek naar hem en moest haar best doen niet in de lach te schieten. De man van rond de 60 had met zijn linkerhand de stoel voor hem vast en met zijn rechterhand kneep hij zijn vrouw fijn. Ze zag zijn mond bewegen en schoof onopvallend haar koptelefoon van haar oor af. De man was hardop aan het bidden. Het was een van de mildste turbulenties die Karin ooit meegemaakt had, maar blijkbaar had de man nog het een en ander recht te zetten met Hem. Karin voelde zich een stuk beter over haarzelf en verdiepte zich glimlachend weer in haar boek. Dat laatste kwartier kon ze aan.