Deel 3 in ambulante vriendschap
Kelly knipperde met haar ogen tegen het felle zonlicht. Ze ademde diep in en uit. Het rook hier anders dan bij haar. Het stonk niet, maar het was gewoon anders. Ze gooide haar autodeur dicht en sloot haar auto af. Ze stopte de sleutels in haar tas en keek om zich heen. Ze stond bijna voor Bens deur. Dit was al de derde keer dat ze de afstand had overbrugt in een gelijk aantal dagen en het begon op te breken. Haar spieren voelde stijf van de autorit van 90 minuten. Ze rekte zichzelf uit en liep naar de overkant van de straat. Met minder souplesse dan ze gewend was jogde ze de treden naar de bovenwoning op.
Ze klopte op de deur. Na een paar seconden hoorde ze dat de deur van het slot gehaald werd. Hij ging open en ze keek in het gezicht van Ben. Om precies te zijn keek ze omhoog naar het gezicht van Ben. Ze kon het zich verbeelden, maar ze dacht dat hij een kleine korte glimlach kreeg toen hij haar herkende. Ze had net genoeg tijd om te zien dat zijn shirt een print van een doodshoofd had voordat hij zich omdraaide en naar binnen liep als een open uitnodiging. Het was heerlijk weer en met een lichte tegenzin stapte Kelly het donkere appartement in. Ze sloot de deur achter zich.
Zodra ze vanuit de hal de woonkamer instapte zat Ben alweer achter zijn bureau aan zijn computer. Hij tikte wat dingen in een word bestand. Kelly ging op de bank zitten en legde haar tas naast zich neer. Ze keek om haar heen. Alle meubels waren nog steeds bruin en de zware gordijnen waren dicht. Ze wilde heel graag aan Ben laten zien dat het buiten mooi weer was in de hoop dat hij dan eens buiten zijn deur zou komen. ‘Ben’ vroeg ze langzaam. Hij humde dat ze zijn aandacht had. ‘Mag ik de gordijnen open doen?’ Kelly wachtte gespannen op zijn antwoord. Ben keek kort om naar haar. Ze werd meteen weer geraakt door zijn intens blauwe ogen. Hij nam haar van top tot teen in zich op en richtte zich weer op zijn werk. Kelly wilde de vraag nog een keer stellen, maar Ben was haar sneller af. ‘Mij best.’ Zei hij ongeïnteresseerd.
Kelly stond vol enthousiasme op en trok de gordijnen achter de bank open. De lappen namen een enorme stofwolk mee bij elke beweging die ze maakten. Kelly voelde het stof kriebelen in haar keel. Ze deed haar best niet te hoesten, maar kon het niet meer tegen houden. Ze deed haar elle boog voor haar mond en hoestte om het stof uit haar luchtwegen te krijgen. Een deel van de wolken waren neergestreken op haar shirt, waardoor ze nog meer stof inademde. Ze bleef maar hoesten. Ze keek naar Ben en hij reageerde niet op haar. Het enige wat anders was aan hem was dat hij zijn schouders opgetrokken had en zijn hoofd dieper zijn lichaam in leek te duwen. Kelly wilde vragen om een glaasje water, maar ze kon haar hoesten niet genoeg onder controle krijgen om de woorden uit te brengen. Ze keek om haar heen en zag dat de keukendeur open stond.
Kelly strompelde de keuken in en zocht in de kastjes naar een schoon glas, maar alles wat ze in de kasten vond waren ongewassen glazen. Ze hoestte nog steeds en haar longen begonnen pijn te doen. Ze bukte zich over het aanrecht en dronk uit de kraan. Ze voelde het koele water haar keel kalmeren. Ze hoestte nog een paar keer en voelde het stof losschieten. Ze hing nog met haar handen op het aanrecht en hijgde uit.
‘Ben je oké?’ Kelly sprong bijna de lucht in van de schrik. Ben stond vrij dicht naast haar en zij had hem totaal niet aan horen komen. Ze keek naar hem en hij keek terug naar haar met een bezorgde blik. ‘Ja hoor.’ Zei ze en ze hoorde dat haar stem anders klonk dan ze van zichzelf gewend was. Ze kuchte een laatste keer. ‘Je liet me alleen wel schrikken.’ Ben keek haar aan en leek zich van geen schuld bewust. ‘Ik heb mijn gordijnen niet zo vaak open.’ Zei Ben terwijl hij terug liep naar zijn computer. Kelly wilde een sarcastische opmerking maken dat het totaal niet opviel, maar het leek haar slimmer om het voor zich te houden.
Kelly stapte terug een nu ruim verlichte woonkamer in. Ze zag nu pas goed in wat voor staat de bank was waar ze net op gezeten had. Het bruine stof zat vol vlekken, er lagen verschillende dekentjes op die allemaal versleten waren en ze zag zelfs een vergeeld hoofdkussen. Ze hield zich voor niet meer zomaar te gaan zitten. Haar tas stond er nog wel, maar die zou ze thuis wel even afpoetsen. Ze wilde naar buiten.
‘Zullen we een stukje gaan lopen?’ vroeg ze aan Ben. Hij was zoals gebruikelijk een tijdje stil. Het viel haar nu pas op dat er geen muziek op stond in het appartement. Het bracht een heerlijke rust met zich mee. Ben had zijn ogen nog steeds op het scherm voor zich gefocuste, maar zijn vingers waren gestopt met typen. Hij keek om naar Kelly.
Dit is deel 3
Trackbacks and Pingbacks