De pil

foto door: Anna Shvets

‘Fleur, ga maar zitten’, sprak de agent tegen mij. Ik wist dat er al meer mensen geïnterviewd waren door hem. Blijkbaar was het belangrijk dat iedereen hetzelfde gezicht van een agent zag tijdens het beantwoorden van de vragen. De vragen gingen over het feest, daar was ik zeker van. Hij wees me een stoel aan in zijn kantoor. Ik had een verhoorkamer verwacht, dit zag er te gezellig uit. ‘Ik ga even je thee halen’, zei hij en verdween uit het kantoor. Ik had niet verwacht dat ik zonder begeleider in een politiebureau zou mogen zijn.

Afgelopen weekend was ik gebeld. We waren thuis net klaar met eten en zaten nog aan tafel. Normaal nam ik mijn telefoon nooit op als ik met mijn broer en mijn ouders aan tafel zat, maar ik had een voorgevoel dat het belangrijk was. Aan het feest van afgelopen vrijdag had ik een naar gevoel overgehouden en wist dat het nog een staartje zou krijgen. Ik had dingen gezien waarvan ik wist dat ze niet okay waren. De agent kwam terug het kantoor in en zette mijn thee aan mijn kant van het bureau. Mijn hersenen draaide overuren en ik probeerde te bedenken wat ik moest vertellen en wat ik beter achter kon houden. Ik besloot alle vragen die de agent stelde te beantwoorden met wat op dat moment goed voelde.

‘Weet je waarom je hier bent?’ vroeg hij. Ik knikte. ‘Er zijn dingen gebeurd op het feest van vrijdag’, zei ik voorzichtig. Hij glimlachte bevestigend en schreef wat op zijn notitieblok. ‘Wat is er allemaal gebeurd?’ vroeg hij. Ik dacht na. Ik wilde alles in een keer vertellen, maar ik kon niet meerdere zinnen tegelijk uitspreken. Ook was ik er niet zeker van of alles wat ik gezien had echt gebeurd was. Hij zag mij twijfelen en ik voelde dat hij mij wilde helpen.

‘Helpt het je als ik vragen stel?’ De agent keek mij recht aan. Hij had vriendelijke bruine ogen. Ik keek hem aan en voelde dat mijn lichaam zich ontspande. Hij was hier echt om mij te helpen en ik wist dat ik geen problemen kreeg als ik hem alles vertelde. Ik knikte en maakte me klaar voor zijn eerste vraag. ‘Hoe wist je van het feest af?’ Dit was een makkelijke vraag.

‘Finn vertelde me dat er een feest was dat ik echt niet mocht missen’, begon ik. ‘Ik ben altijd wel in voor een feestje, zo ook afgelopen week. Ik had Saf meegevraagd, want dat deed ik altijd. Dan hoeven we allebei niet alleen naar binnen.’ De agent keek mij met zijn bruine ogen aan. Hij was jonger dan ik verwacht had van een agent. Hij was sowieso onder de dertig.

‘Hoe ken je Finn?’ vroeg hij. Ik wist dat ik daar eerlijk in moest zijn. ‘We hebben een paar keer samen geslapen. Het was geen relatie en ik zat ook nergens aan vast. Hij was lief voor me, maar er zat niks achter. Hij was niet echt belangrijk voor mij. In elk geval niet belangrijker dan de anderen.’ Ik voelde me veilig bij deze agent, vertelde ik te veel?

‘Kende Safira de jongen?’ Ik dacht na. Het verbaasde me dat ik niet wist dat Saf niet haar volledige naam was. Ik had er nooit naar gevraagd en voelde me er nu schuldig over. ‘Ik denk het niet. In elk geval niet bij naam. Ik houd mijn vrienden en mijn bedpartners altijd gescheiden. Ze heeft hem vast wel ooit rond zien lopen op het terrein van de uni, maar ik heb ze nooit aan elkaar voorgesteld. Hij kende haar ook niet bij naam, dat weet ik zeker. Toen hij ons de pillen gaf zei hij ook dat er een voor mij was en een voor mijn vriendin. Als hij haar zou kennen had hij zeker haar naam gezegd.’ Ik was er nu zeker van dat ik te veel vertelde.

‘Wat voor een pillen waren dat?’ vroeg de agent onverstoorbaar. Misschien vond hij het wel prettig dat ik veel vertelde. Hij schreef in elk geval veel mee. ‘XTC’,  zei ik. Hij nam een slok van zijn koffie. Ik zocht naar een afkeurende blik, maar zijn ogen bleven zacht. ‘Ik had het al vaker gedaan, ook met hem samen. Maar volgens mij was het voor Saf de eerste keer.’ Ik wilde nu alles vertellen. De agent kraag geen kans om iets te zeggen.

‘Ik ging direct met Saf de dansvloer op. We houden van dansen, zeker als er voor het eerst weer echt veel mensen bij elkaar zijn. Ik voelde al snel de werking van de pil, maar het leek geen effect te hebben op Saf. Ik had haar de pil zien doorslikken, maar het was net of ze niks gehad had.’ In gedachten zag ik Saf weer dansen. Ze danste precies zoals ze deed als we op haar kamer muziek opzette. Ze was net zo mooi als anders, maar de pil leek echt geen effect te hebben. Voor het eerst in het gesprek voelde ik me onzeker over wat ik allemaal moest vertellen. Ik voelde meer voor Saf dan alleen vriendschap, maar dat mocht zij nooit te weten komen.

‘In het begin heeft Finn ook met ons gedanst, maar toen was hij weg. Ik wilde hem vragen hoe het kwam dat Saf niks merkte en ben hem gaan zoeken.’ Terwijl ik die informatie aan de agent gaf voelde ik een knoop in mijn maag bij de beelden die terug kwamen. Hij keek me nog steeds bemoedigend aan.

‘Heb je hem gevonden?’ vroeg hij. Ik knikte. ‘Hij was samen met een paar andere jongens in de berging van de zaal. Ik snapte eerst niet wat ze aan het doen waren. Het feest voelde als een droom. Ik zag dat een van de jongens over een meisje heen gebogen lag’ ik voelde dat er tranen opkwamen achter mijn ogen. Ik voelde me schuldig dat ik niks had gedaan. ‘Ze lag op een aantal matten. Hij was met haar bezig. Ik kwam iets dichterbij, omdat ik Finn wilde zien. Het meisje was niet bij bewustzijn. Ik wist dat ik iets moest doen, maar ik was bang. Ik wilde niet dat ze bij mij hetzelfde zouden doen. Finn schrok toen hij me zag en ik voelde dat ik hem niet meer kon vertrouwen. Ik moest daar weg en ik moest Saf beschermen. Haar mocht dit niet overkomen.’ Ik voelde hoe de tranen langzaam over mijn wangen gleden. Ik voelde me schuldig en was boos op mezelf. De agent reikte mij een tissue aan.

‘Jij hebt gedaan wat je op dat moment het beste leek’, probeerde hij me gerust te stellen. ‘Je was bang.’ Ik voelde dat hij me niks kwalijk nam. Maar ik was nog steeds boos op mezelf. ‘Ik heb helemaal niks gedaan’, zei ik. ‘Ik ben weggelopen en gevlucht.’ Beschaamd keek ik naar de grond. ‘Toen Finn me zag wilde hij naar me toe, dat maakte me nog banger. Ik wist dat ik daar weg moest. Ik rende weg, terug naar de zaal. In mijn haast rende ik tegen een dummy van geneeskunde aan. Ze hadden hem aan zijn nek opgehangen. Blijkbaar vonden ze dat grappig. Ik vond het niet zo grappig.’ Ik vertelde het verhaal precies zoals ik het me herinnerde. ‘Ik ben terug naar de zaal gegaan. Saf was nog precies op dezelfde plek als ik haar achter heb gelaten, zoals altijd. Ik greep haar hand en heb haar mee naar buiten getrokken. Ze stelde geen vragen, zij vertrouwt mij altijd.’ Ik keek de agent aan en ik voelde dat hij medelijden had met mij. Ik boog naar voren en pakte mijn thee.

Deel 1: Het feest

Dit is deel 2: De pil

Deel 3: Het hok

Trackbacks and Pingbacks

Laat een reactie achter